Opzegtermijn voor werknemer en werkgever

In de CAO Woondiensten 2024-2025 zijn specifieke opzegtermijnen vastgelegd voor zowel werknemers als werkgevers bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst.

Opzegtermijn voor de werknemer:

  • Dienstverband tot en met 12 jaar: 1 maand opzegtermijn.
  • Dienstverband vanaf het 13e jaar: 2 maanden opzegtermijn.

Opzegtermijn voor de werkgever:

  • Dienstverband tot en met 4 jaar: 1 maand opzegtermijn.
  • Dienstverband vanaf het 5e tot en met het 9e jaar: 2 maanden opzegtermijn.
  • Dienstverband vanaf het 10e tot en met het 14e jaar: 3 maanden opzegtermijn.
  • Dienstverband vanaf het 15e jaar: 4 maanden opzegtermijn.

Deze opzegtermijnen wijken af van de wettelijke standaardtermijnen en zijn specifiek overeengekomen binnen de woondienstensector. Het is belangrijk voor zowel werknemers als werkgevers om deze termijnen in acht te nemen bij het beëindigen van de arbeidsovereenkomst.

Voorbeeld scenario’s

Maria werkt als woonconsulent bij een woningcorporatie. Zij valt onder de cao Woondiensten. Maria heeft een vast contract en werkt al 5 jaar bij de corporatie. Om persoonlijke redenen besluit Maria haar baan op te zeggen. Tegelijkertijd overweegt de werkgever om een andere werknemer (Pieter), die minder goed functioneert, te ontslaan.

De opzegtermijnen die gelden, moeten in lijn zijn met de cao Woondiensten en de wettelijke regels.


1. Opzegtermijn werknemer (Maria):

Maria heeft een vast contract en zegt zelf haar baan op. Volgens de cao Woondiensten en de wettelijke regels geldt:

  • De werknemer moet één maand opzegtermijn in acht nemen, tenzij in de arbeidsovereenkomst een andere termijn is afgesproken die niet langer is dan zes maanden.
  • Er is geen afwijkende regeling opgenomen in Maria’s arbeidsovereenkomst, dus de wettelijke opzegtermijn geldt.

Rekening houdend met opzegtermijn:

Maria wil per 1 juli stoppen met haar baan. Ze moet haar opzegging dus uiterlijk 30 mei indienen bij haar werkgever. Als ze dit later doet, verschuift de einddatum naar een maand na de eerstvolgende maand.


2. Opzegtermijn werkgever (Pieter):

De werkgever overweegt om Pieter, een medewerker met een vergelijkbaar vast contract, te ontslaan wegens onvoldoende functioneren. Hier geldt een andere opzegtermijn.

Volgens de wet en cao Woondiensten:

De opzegtermijn voor de werkgever is afhankelijk van het aantal dienstjaren van de werknemer:

  • Minder dan 5 jaar in dienst: 1 maand.
  • 5 tot 10 jaar in dienst: 2 maanden.
  • 10 tot 15 jaar in dienst: 3 maanden.
  • 15 jaar of langer in dienst: 4 maanden.

Pieter werkt al 7 jaar bij de woningcorporatie. Voor de werkgever geldt dus een opzegtermijn van 2 maanden.

Rekening houdend met opzegtermijn en procedure:

De werkgever kan Pieter niet zomaar ontslaan. Dit moet via één van de volgende paden:

  1. Ontslag met wederzijds goedvinden: Als Pieter akkoord gaat, kan het ontslag snel plaatsvinden zonder formele opzegtermijn.
  2. UWV-procedure: Bij ontslag wegens onvoldoende functioneren moet de werkgever toestemming vragen bij het UWV. Als het UWV toestemming geeft, kan de werkgever het dienstverband beëindigen met inachtneming van de opzegtermijn van 2 maanden.
  3. Kantonrechter: De werkgever kan ook naar de kantonrechter stappen. Bij goedkeuring geldt ook hier de opzegtermijn van 2 maanden.

Stel dat de toestemming van het UWV op 15 maart wordt verkregen, dan eindigt Pieter’s dienstverband na 2 maanden opzegtermijn, op 15 mei.


Samenvatting:

  • Maria (werknemer): Opzegtermijn is 1 maand, omdat ze zelf ontslag neemt.
  • Pieter (werkgever): Opzegtermijn is 2 maanden, omdat hij al 7 jaar in dienst is en de werkgever het initiatief neemt. Het ontslag moet via de juiste procedure worden goedgekeurd (bijvoorbeeld via UWV).

Belangrijke punten in cao Woondiensten:

  1. Afwijkingen: De cao Woondiensten kan afwijkingen toestaan op de wettelijke opzegtermijnen, maar vaak geldt de wettelijke regeling als minimum.
  2. Transitievergoeding: Pieter heeft recht op een transitievergoeding bij ontslag, tenzij er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen.
  3. Goed werkgeverschap: De werkgever moet zorgvuldig omgaan met ontslagprocedures en duidelijke communicatie voeren.

Lees verder uit het CAO woondiensten 2025 over Rechten en plichten bij andere werkzaamheden.

Bron:  CAO woondiensten 2024 – 2025